Twee tegenover elkaar staande muren: één voor stilte en één voor de vrijheid. Op de muur van Stilte hangt een vogel van brons waarin (door de materiaalkeuze) alle lichtheid wordt ontkend, waardoor iedere vlucht onmogelijk is. Het is de innerlijke stilte van de patiënt, bevangen door een denkbeeldige vrijheid, verstomd in zijn vreselijke eenzaamheid tegenover een maatschappij, zo wreed voor zijn marginalen, zij 'die niet in het hokje passen'. In de muur voor de Vrijheid vertegenwoordigt de uitgeholde vogel de ontsnapping naar het licht, ongetwijfeld tot de dood. Het naakte cement, een zo alledaags materiaal staat met indrukwekkende zuiverheid in de ruimte en vertegenwoordigt het symbool van de naakte soberheid, de berooidheid van deze zieken, 'onschuldige slachtoffers van de waanzin der mensheid'.
(De toespraak van Guidi tijdens de onthulling ceremonie.)
Het monument is gewijd aan deze ‘mentale patiënten' (Guidi gebruikt aanhalingstekens) en hun broeders, opgesloten of niet, die door de samenleving gediagnosticeerd werden als "gek" van wie verscheidene absolute genies van de mensheid waren: Schumann, Antonin Artaud, Gérard de Nerval, Van Gogh, Camille Claudel.
Guidi wilde ook begraven worden in het gemeenschappelijke graf op de begraafplaats van Clermont de l'Oise, uit artistieke en romantische solidariteit. Ik ben erin geslaagd om het hem uit het hoofd te praten, uit respect voor zijn dochter en kleinkinderen. En zo rust Guidi in de buurt van zijn werk. Zijn graf is een eenvoudige rechthoek van gras met een grafsteen waarop de enige reproductie van Guidi's handtekeing staat gegraveerd door zijn vriend, steen- en beeldhouwer Eric Petitpoisson. Maar Séraphine de Senlis is dichtbij, ergens, ongeveer tien meter van hem...