We moeten ons herinneren dat Guidi een volledig autodidact beeldhouwer was. Niettemin was zijn artistieke cultuur diepgaand en zijn achting voor Zadkine of Henry Moore wordt weergegeven in een aantal van zijn werken.
Liefde, relaties en eenzaamheid zijn Guidi’s inspirerende thema's in zijn eerste en tweede periode.
Hij houdt van de intimiteit die ze weerspiegelen, de vertrouwelijkheid en dat is waarom hij altijd mensen aanmoedigt zijn beelden aan te raken. "We zien pas echt met ons hart (zei Saint-Exupéry voordat ik dat deed), maar vooral zien we pas echt met onze handen!" Volgens velen zijn al zijn beelden 'voor mijn tijd' esthetisch een beetje koud, maar met een mooie aanwezigheid en 'na mijn tijd' onmiddellijk herkenbaar door hun ronding en sensualiteit: eerste en tweede 'periode'.
DE EERSTE PERIODE (jaren 70): zie de volgende pagina's. Deze eerste beelden zijn vaak van een geometrische en verfijnde koortsachtigheid, grenzend aan het abstracte. Ondanks een bepaalde stijfheid weerspiegelen de paren en de alleen staande personages een kalme sierlijkheid die een soort zelfbeheersing tonen. De gezichten zijn van weinig belang, aanwezig als vanzelfsprekend en niet om denken of gevoel uit te drukken.
DE TWEEDE PERIODE: zie pagina 31 en "Gedichten- Beelden": Volume en ronding met de altijd aanwezige Liefde.
Guidi laat zijn terracotta’s nooit ’naakt’ zijn, meestal behandelde hij hen "op Etruskische wijze" (met grafietpoeder, poedergoud en verschillende soorten was), wat hen een bronzen, gouden of koperkleurig effect geeft.
Guidi in Fillerval naast zijn « Denker » ( voor het bakken )