In Verneuil-en-Halatte hadden we een vriend en kunstenaar, Serge Ramond. Later zou hij een opmerkelijk 'Graffiti Museum' op zijn boerderij organiseren: reproducties van tekeningen of teksten uit oude gebouwen, voornamelijk gevangenissen. Serge Ramond was eigenaar van een zeer oude handpers (de eerste werd gebouwd in 1798) een stuk echt meubilair, een kunstwerk gemaakt van messing, hout en touwen. Guidi leerde het snel gebruiken. (Litho is afgeleid van het Griekse woord 'lithos', in steen en geschreven vorm. Helaas, het woord wordt vaak ten onrechte gebruikt voor eenvoudige reproducties.)
De steen is een 'levend' iets, elke lithografische steen heeft meestal meerdere levens geleefd; een aantal van hen dragen soms oude etiketten op hun zijden... van Camembert. Men moet het dus voorbereiden, men geeft hem zijn maagdelijkheid terug, zou men kunnen zeggen, met diverse producten. Daarna tekent met lithografisch potlood, gemaakt van vet, roet of kopal (hars). De steen absorbeert het potloodvet en dat houdt de inkt vast voor de afdruk onder de handpers.
Het lithopotlood geeft een diep zwart en het fijnste lijntje wordt weergegeven, maar het is onmogelijk om een vergissing of aarzeling te begaan: onmogelijk om te wissen. Men moet echt de gave bezitten om te kunnen tekenen. Na de voorbereiding en de tekening, ‘inkt’ men. Dan is er dat plechtige, ontroerende moment, waarop iemand, in dit geval ik, helpt en het vel papier op de pers legt. Het is zelfs niet toegestaan om licht te beven of een verkeerde beweging te maken.
Even indrukwekkend zou het moment zijn waarop ik voor de meeste van deze traditionele litho's leesbaar en in rechte horizontale lijnen mijn gedicht moest schrijven onder het bijbehorende beeldhouwwerk.
Guidi aan het werk met de handpers Verneuil-en-Halatte, 1983