Onze reis naar Egypte, zoals India, was veel meer dan alleen een reis: een soort duik in een innerlijke wereld, soms op de achtergrond geduwd, versluierd door de harde realiteit van het leven van dag tot dag van een kunstenaar. "Men kan niet recht in de zon kijken, noch naar de dood", zei La Rochefoucauld. Echter, in Egypte en India kan het! In deze twee landen voelden we ons onderdeel van een tijdloze mensheid.
De geschiedenis wordt ons aangeboden als we kijken naar de Sfinx van Guizeh of bij de tempels van Philae, Luxor of Abu Simbel, versteend in drie of vier millennia.
Echter, dichtbij zijn de oorverdovende klanken van autoclaxons en de woelende menigte van de ‘souks’ die ons terugbrachten naar het hier en nu. Inderdaad, Egypte is levend, zowel de oude dorpen, als in de moderne wijken van de grote steden. Egypte is geen 'museum', hoewel de piramides en tempels in onze ogen in hun onvergetelijke pracht de tijdloze afbeelding uit eeuwen betekenen. Aards, droog en mysterieus of aangenaam en weelderige, het is er en zal er altijd zijn. Volmaakt uitziende bedoeïenen gekleed in hun eenvoudige ‘galabeyas’, feloeken die door de lucht en het water klieven, mokkende en glimlachtende kamelen, mooie kleine ezels alsof neergezet op een weg of in het dal van een sprankelende palmentuin, rotsen en zand van de woestijn: zo veel verschillende tinten van groen, oker en wit contrasterend met de heldere hemel, het absolute geluk voor Guidi, de schilder-reiziger en voor de bewuste dromers die wij beiden zijn.
Voor ons is het meer dan alleen Egypte beleven, het land waar mythe en realiteit elkaar ontmoeten. Wij zijn aan het einde van de wereld en zeker bereikten we onze eigen grenzen, in het mooiste licht en stilte.
Twee vrouwen in de witte woestijn
( A.J. in de uitnodigingstekst voor de expositie georganiseerd door de Egyptische ambassade in het Egyptische Culturele Centrum )