Omdat zijn kanker uitgezaaide, woonde Guidi slechts iets meer dan een jaar in La Grange des Serrées, deze fantastische plek waar we woonden en werkten. Hij stierf aan deze ziekte, waaraan ik al lang geleden had moeten sterven, terwijl hij nog steeds zoveel projecten had, zoals het weer oppakken van het beeldhouwen nadat hij zich realiseerde dat hij het ontwikkelen en werken met de printerinkt volledig had voltooid.
Guidi aanvaardde zijn ziekte en zijn naderende dood met een zekere mate van berusting, omdat hij dacht ' dat hij de essentie van zijn werk had volbracht' – en omdat hij wist dat hij zelf schuldig was aan zijn ziekte... zijn alcohol- en tabaksmisbruik. Werkend tot aan het einde, nam hij de zorg op zich om om zijn laatste tentoonstelling in Duitsland op 27 mei 2001 af te breken, tijdens de traditionele “sluiting”, iets meer dan een maand voordat hij stierf.
Hij stierf rustig naast me. Omringd door onze vrienden, kon ik dag en nacht bij hem blijven tot aan zijn dood. Twee dagen voordat hij stierf, zeer zwak maar tegelijkertijd enthousiast, vroeg hij mij om de gedichten van professor Lucien Israëls voor te lezen (kankerspecialist en dichter), die ik opnieuw moest voorlezen in de aanwezigheid van de professor bij de opening van de tentoonstelling in het Manoir de Giverdy.
Terwijl ik me bewust was van de naderende dood van mijn man, wilde ik ten koste van alles de retrospectieve tentoonstelling van Guidi door laten gaan, die ik had georganiseerd in samenwerking met Philippe Dailland. Twee jonge musici, Nicolas Berbain (fluit) en Véronique Lilti (gitaar) vergezelden mijn voordrachten. Professor Israël verraste en vereerde ons door sommige van zijn meest ontroerende gedichten uit zijn collectie 'L'oiseau qui retournait dans son pays’ ('de vogel die naar huis terugkeert ') zelf voor te dragen.
Le manoir de Giverdy (het landhuis Giverdy )( vlakbij Bona - Nièvre )